Het stengelaaltje.
Ditylenchus dipsaci is een nematode die voornamelijk ui en knoflook infecteert. Symptomen van ernstigste infecties van het stengelaaltje zorgen ervoor dat knoflookplanten een groeiachterstand, vergeling en verwelking van de bladeren en voortijdige bladverlies vertonen. De bollen vertonen eerst een lichte verkleuring, maar kunnen later geheel donkerbruin van kleur, zacht en licht van gewicht worden en dit kan tijdens de opslag verergeren.
Uienvlieg.
De uien- of preivlieg (Delia antiqua), is een veelvoorkomende plaag die schade toebrengt aan alliumplanten, waaronder prei, knoflook en uien.
De eitjes worden op de jonge bladeren of in de grond dicht bij de basis van de planten gelegd. De uienvlieglarven die uit de eieren komen, tasten de bollen aan en beschadigen de wortels en het loof.
De preimot.
Acrolepiopsis assectella is een grijsbruine nachtvlinder van ongeveer 17 mm groot. In het voorjaar leggen de vrouwtjes hun eitjes op de planten, met alle gevolgen van dien.
De larven van de preimot boren zich een weg naar het midden van de plant, waardoor die vatbaar wordt voor bacteriën en schimmels en uiteindelijk sterft.
droge bol mijt.
De Aceria tulipae is een mijt die onder andere leeft in de bollen van knoflook. De infectie vindt al plaats in het groene gewas. Maar de mijten tasten de tenen van de bol aan tijdens bewaring.
Witrot.
Witrot is een van de gevaarlijkste ziekten voor bollen. De veroorzaker is de schimmel Sclerotium cepivorum. Infectie vindt plaats via de bodem bij temperaturen van 10 tot 24 graden. Witrot vernietigt de wortel van de plant, waarna de bol geleidelijk vervalt. De schimmel verschijnt in de vorm van een wit mycelium op de wortel en bol.
Fusariumrot.
Wordt veroorzaakt door schimmels van het geslacht Fusarium en tast de wortels en de onderkant van de knoflook aan. Fusarium-infectie vindt plaats via de bol, aarde en plantresten.
Koprot.
Dit wordt veroorzaakt door een schimmel van het geslacht Botrytis. De ziekte tast knoflook aan tijdens bewaring. Infectie vindt plaats door bodem of ziek plantmateriaal. De ideale temperatuur voor de ontwikkeling van de ziekte is van 15 tot 20 graden. De ziekte manifesteert zich 1-2 maanden na de oogst. De hals van de bol begint te rotten en wordt zacht en slijmerig. Na verloop van tijd verspreidt de ziekte zich door de bol
Blauwe of groene schimmel.
De veroorzakers is een schimmel van het geslacht Penicillium, Penicillium allii . Meestal verspreidt de ziekte zich door het gebruik van besmet plantmateriaal. Tijdens opslag verplaatsen de sporen zich van een zieke bol naar een gezonde bol. De ziekte ontwikkelt zich bij bewaring bij hoge temperatuur en vochtigheid. De bol is bedekt met een witte gloed, die later groen wordt.
Aspergillose
Wordt ook wel zwarte schimmel of knoflookroet genoemd. De ziekte wordt veroorzaakt door schimmels van het geslacht Aspergillus. De ziekte wordt overgedragen via de bodem door plantenresten, lucht (sporen worden meegevoerd door de wind) en besmet plantmateriaal. Je herkent het door zwarte stoffige meeldauw rond de nek, die zich verder door de bol verspreidt.
Roest
Te herkennen aan aanvankelijk gele plekjes op het blad die later roestkleurig worden en opruwen. Wanneer de roestplek roestig wordt is er sprake van spoorvorming. Roest is een schimmel die zich op deze manier voortplant. Verspreiding van roest vindt alleen plaats bij vochtig weer met temperaturen tussen 15 en 20 graden C. Deze ziekte verspreidt zich niet via zaad of de grond. Roest is soortspecifiek, de roest die op andere plantenfamilies voorkomt, zoals bonenroest, kan knoflook niet besmetten. Roest kan men ook beschouwen als een afrijpingsziekte. Er wordt wel beweerd dat overmatig stikstofgebruik roestvorming bevorderd omdat het bladweefsel dan zwakker is. Dat is zeker zo maar matig bemesten alleen is niet voldoende. Een te langzaam groeiende plant zal zich minder goed kunnen herstellen en wordt in haar stilstand ook snel slachtoffer van allerlei aantastingen.
Gele dwerggroei
Een virusziekte van knoflook. Het virus wordt overgedragen door ongedierte (bladluizen, knoflookmijten, stengelaaltjes) en via geïnfecteerd plantmateriaal. Herkenning. De bladeren zijn bedekt met gele vlekken, buigen aan de basis en leunen naar de grond. Zieke planten zijn korter dan gezonde. Gebruik alleen gezond plantmateriaal, bestrijd ongedierte dat het virus draagt. Vernietig geïnfecteerde planten.
Wasachtige tenen.
Dit is geen ziekte, maar eerder een fysiologische aandoening die gepaard gaat met hoge temperaturen tijdens de groei, vooral rond de oogst of daarna. Slechte ventilatie en lage zuurstofniveaus tijdens opslag kunnen er ook voor zorgen dat wasachtige tenen optreedt.
De aangetaste tenen zijn amberkleurig en doorschijnend met kleverig, zacht, geleiachtig weefsel. Aanvankelijk aangetaste tenen hebben kleine, licht verzonken, lichtgele plekken. Symptomen kunnen worden verdoezeld door de droge buitenste vliezen totdat het krimpen van de tenen en de uiteindelijke donkere amberkleur zichtbaar worden door de vliezen heen.
Veel plagen zijn te verminderen door uit te gaan van gezond uitgangsmateriaal en een ruime vruchtwisseling. Ook een ruime plantafstand en onkruidbestrijding helpt om het gewas sneller te laten opdrogen.
Plantgoed kan worden ontsmet door heetwaterbehandelingen. Dompel de knoflooktenen onder water bij 38- 49 graden Celsius voor 10 tot 15 minuten. Of het plantgoed te weken met baking soda en alcohol.
Hoe doe je dit?
Het is vrij eenvoudig. Maak de teentjes knoflook los van de bol, maar laat de teenvliezen zitten. Doe ze in een pot, bak of emmer met de volgende verhouding:
5 liter lauw water
1 Eetlepel baking soda, met eventueel 0,5 liter compostthee
Voeg je teentjes knoflook toe en laat het minimaal 15 minuten, tot enkele uren, maar niet langer dan 12 uur weken. Dan droog deppen.
Plaats vervolgens je knoflooktenen in een pot en bedek ze met (isopropyl)alcohol 70%, waterstofperoxide of zelfs wodka. Laat 15 minuten weken en laat uitlekken. Plant binnen 1 uur.
Net als bij wortelvlieg, uienvlieg en phytofthora geldt ook voor deze aantasting dat een open winderig klimaat de ziektedruk helpt verminderen. Dit komt doordat in een luchtige tuin de gewassen eerder opdrogen.
Aantasting op het veld kan worden uitgesteld door het spuiten van bladversterkende middelen zoals heermoesthee, een aftreksel van brandnetel of spuitzwavel. En je kunt het gewas bestuiven met basalt- of lavameel.